Flow is zo’n beetje de heilige graal van productiviteit. Een staat van complete toewijding en focus die maakt dat je op je best bent. Mihaly Csikszentmihalyi bestudeerde het fenomeen en heeft de term inhoud gegeven. Nu is er in de kleine-reeks, waar eerder al andere leuke boeken in verschenen, een samenvatting van het werk van Csikszentmihalyi: De kleine Csikszentmihalyi – Over flow en optimaal geluk ( € 11,99) van Jeroen Ansink.
Flow?

De term flow verwijst naar een gevoel dat kan ontstaan als je een uitdagende taak doet waarvoor je intrinsiek gemotiveerd bent, die veel van je capaciteiten vraagt waarin je helemaal opgaat. Al doende krijg je onmiddellijk feedback en kun je bijsturen. Geen gepieker of afdwalende gedachten maar complete toewijding. Dat kan gebeuren als je in een creatieve brainstorm zit, een analyse maakt in je eentje, een lastig gesprek voert maar ook als je van een helling suist op je ski’s. Je bent op de top van je kunnen en onvermoeibaar. Wie wil dat niet?
Csikszentmihalyi en De kleine Csikszentmihalyi
Met Flow. The Psychology of Optimal Experience heeft Csikszentmihalyi onderzocht wat er nodig is om die flow-staat te bereiken. In De kleine Csikszentmihalyi lees je daar een samenvatting van.
Handig, zo’n samenvatting, aangezien het oorspronkelijke werk veel onderzoeksgegevens bevat wat wel eens het zicht ontneemt op de rode draad. Met De kleine Csikszentmihalyi ben je in 80 pagina’s helemaal bij.
Grappig genoeg was het lezen van De kleine Csikszentmihalyi meteen aanleiding het oorspronkelijke boek nog eens te lezen. Tenminste, de vertaling uit 1999 die ik heb.
Flow als middel
Misschien staat in De kleine Csikszentmihalyi flow nog iets meer centraal dan in het originele werk, waar de zoektocht vooral gericht lijkt op een betekenisvol bestaan waarbij flow een middel is. Maar ook in de compacte versie is flow niet een doel op zich.
Streven we naar daadwerkelijke controle over ons geluksgevoel, dan is het aan te bevelen om een situatie na te streven waarbij we dag in dag uit voldoening uit onze belangrijkste activiteiten halen. Dit opent een wereld die, zoals we zullen zien, zelfs het lot het nakijken geeft, en in principe voor ons allemaal is weggelegd.
Ook in De kleine lees je hoe flow-ervaringen passen bij een autotelische handelingen zijn, dus handelingen die nuttig en waardevol in zichzelf zijn en die vooral passen bij mensen die intrinsiek gemotiveerd handelen. Door deze motivatie is er minder spanning dan wanneer je iets moet doen en daardoor wat det en tegelijkertijd iets anders zou willen doen. In het hoofdwerk vind je daar uiteraard meer tekst over, zoals onderstaand citaat:
De autotelische mens heeft evenveel aandacht als iedereen maar besteedt meer aandacht aan anderen. Ze zijn minder met zichzelf bezig en hebben meer energie over om aandacht aan anderen te besteden.
Als je je verzoent met wat je moet doen en daar iets leuks van weet te maken, is er meer kans op flow dan wanneer je mokt of met tegenzin bepaalde activiteiten doet.
Minder psychische entropie en meer aandacht voor anderen
Wie iets doet (met vrienden wat drinken) en tegelijkertijd vindt dat hij iets anders zou moeten doen (thuis zijn) die ervaart enige psychische wanorde. Zit je daarnaast ook nog met je hoofd bij een vervelend gesprekje met je puberzoon, dan heb je van alles aan je hoofd en ben je niet echt aanwezig. Dat fenomeen is psychische entropie.
Het tegenovergestelde is psychische negentropie:
Geestelijke energie stroomt vrijelijk in de richting van de gedachte of handeling waar wij energie in willen steken. Er is geen energie nodig voor piekeren of zelfmedelijden. Intensies, doelen en motivatie zijn manifestaties van psychische negentropie.
Flow is een toestand waarin je geabsorbeerd bent door wat je doet en dus niet met jezelf bezig bent en dus niet piekert of last hebt van wat je vindt dat je zou moeten doen. In GTD-termen is dat appropriately engaged, dus optimaal betrokken bij wat je op dat moment doet.
Kortom
Met De kleine Csikszentmihalyi weet je zonder meer wat flow is en kun je er direct mee aan de slag te onderzoeken wanneer die toestand optreedt en wat je kunt doen om vaker in flow aan de slag te zijn. Flow wordt vanuit meerdere perspectieven behandeld en in 80 pagina’s heb je stof tot nadenken, met name het hoofdstuk Flow en het noodlot is vast aanleiding voor extra denkwerk. Wie zoekt naar de koppeling met geluk of een betekenisvol bestaan of allerlei data wil zien die het denken ondersteund, die kan verder met het oorspronkelijke werk.